In deze kolom zie je foto's uit ons eigen archief. Klik op de foto's om ze te vergoten.

In 2023 zijn we naar Rome geweest

 

 

Dit jaar zijn we naar Rome geweest. We waren al ruim op tijd begonnen om een programma te maken en tickets te bespreken. De prijzen van de tickets zijn vrij hoog en zeker als je een skip the line ticket wilt. Je ben dan vaak gebonden aan een ticket met een guide. De tickets zonde guide moet je vaak vele weken van tevoren al boeken. Anders zijn ze niet meer on line te bestellen en al helemaal niet ter plaatse. En een skip the line ticket is echt aan te raden omdat je anders vaak uren in de rij staat.

Maar goed, de reis was geboekt, tickets besteld, appartement besproken, dus de reis kon beginnen. Het weer zou volgens de voorspelling heel slecht worden met heel veel neerslag, maar toen we in Rome aan kwamen was het 24 graden en het zonnetje scheen. En dat is alle dagen zo gebleven.

We kwamen aan op het vliegveld en zijn met de taxi naar ons appartement gebracht. Voor 4 personen was dat de meest gemakkelijke en goedkoopste manier en we hoefden niet met de bagage in de overvolle bussen of treinen. De taxi is echt een aanrader.

We hebben zoals altijd weer veel gezien en meegemaakt. Dus ook deze keer weer een site vol informatie.

 

 

MAAM.

Museo dell’Altro e dell’Altrove di Metropoliz

 

Als je van street art houdt, dan is dit een leuk museum.

De hoogste concentratie street art in Rome vind je in dit museum. Dat lijkt misschien een contradictio in terminis, maar het Museo dell’Altro e dell’Altrove di Metropoliz (MAAM) aan de Via Prenestina 913 omvat meer dan zeshonderdvijftig street art-werken, van onder anderen Alice Pasquini, Millo en Diamond. Het ligt wel een eindje buiten het centrum dus houd rekening met de reistijden. Het is alleen op zaterdag geopend voor het publiek

Alleen al de locatie van het MAAM is uniek. Het museum is gevestigd in een verlaten fabrieksgebouw, dat ook onderdak biedt aan ongeveer tweehonderd immigranten en voormalig daklozen die een thuis hebben gevonden tussen de kleurrijke muren. Daarmee is het, voor zover we hebben kunnen achterhalen, het enige permanent bewoonde museum ter wereld.

 

Pantheon in Rome

Het Pantheon is het best bewaard gebleven monument uit de Romeinse oudheid in Rome. Ga precies onder het gat van de koepel staan en laat je betoveren door het bijzondere licht.

Een Romeins gebouw dat zo perfect is als het Pantheon zul je nergens anders aantreffen. Het is een van de best bewaard gebleven oude gebouwen van Europa; het majestueuze uiterlijk is in 2000 jaar tijd nauwelijks veranderd. Er is geen ander monument te vinden dat zo’n levendig beeld geeft van hoe Rome eruit moet hebben gezien tijdens de hoogtijdagen van het Romeinse Rijk.

Tempel
Het huidige Pantheon werd tussen 118 en 125 gebouwd door keizer Hadrianus. Het verving grotendeels twee oudere tempels op dezelfde plaats. De eerste ervan was zo’n 150 jaar eerder tussen 27 en 25 voor Christus gebouwd door Marcus Agrippa, schoonzoon van keizer Augustus. Dit bouwwerk werd beschadigd door een enorme brand in Rome in het jaar 80. Een tweede tempel, gebouwd door keizer Domitianus, onderging een soortgelijk lot toen het in 110 getroffen werd door de bliksem.

In het licht van deze geschiedenis is de opdracht die in grote bronzen letters op de façade is aangebracht een raadsel, want er wordt duidelijk gerefereerd aan Marcus Agrippa: M. AGRIPPA L. F. COS TERTIUM FECIT (Marcus Agrippa, zoon van Lucius, maakte dit in zijn derde termijn als consul). Deze onjuistheid toont de bescheidenheid van Hadrianus, die gewoonlijk de naam van de oorspronkelijke bouwer op de monumenten die hij herbouwde of herstelde aanhield.

Kerk
Er zijn genoeg Romeinse gebouwen die de tand des tijds hebben doorstaan, maar geen ervan is in al die eeuwen in zo’n ongerepte staat gebleven als het Pantheon. De reden voor deze uitstekende conditie is dat het in 608 een christelijke kerk werd, toen de Byzantijnse keizer Phocas, bestuurder van Rome in die tijd, het gebouw aan Bonifatius IV schonk.
Het was voor het eerst dat een tempel die voor heidense riten was bestemd werd omgedoopt tot een kerk (voorheen was dit verboden) en de verandering bracht de bepaling met zich mee dat zelfs het verwijderen van een steen gelijkstond aan een doodzonde. De datum waarop het Pantheon werd ingewijd tot kerk (1 november 608) is interessant. Deze dag is immers gewijd aan alle dode heiligen. De kerk werd bovendien genoemd naar en gewijd aan Santa Maria ad Martyres, de Maagd Maria en de christelijke martelaren, wederom een zinspeling op alle heiligen en dus niet op alle goden. Om deze gelegenheid te herdenken werden talloze botten en relikwieën van martelaren uit de catacomben van Rome naar het Pantheon gebracht.


Oculus
Bij binnenkomst laat een blik omhoog een 9 meter groot gat (oculus genoemd) in het midden van het dak zien. Dit was met opzet in het ontwerp van Hadrianus opgenomen, om degenen die in het gebouw waren de mogelijkheid te bieden in direct contact met de hemel te treden. Het is ook een lichtbron, die op zonnige dagen een zonnestraal op het interieur werpt en op heldere avonden een prachtige glimp van de sterrenhemel toont. Zo nu en dan is er natuurlijk ook het merkwaardige schouwspel van vogels en regen in het gebouw.

De koepel is het meest fantastische aan het Pantheon. Hij heeft een diameter van 44,4 meter (groter dan de koepel van de St. Pieter), hetgeen precies gelijk is aan de hoogte van het gebouw van de vloer tot de oculus. Het was de grootste stenen koepel van de wereld tot 1958, toen het overtroffen werd door het CNIT-gebouw in Parijs. De bijzondere plafondinbouw van de koepel (lacunas) werd verkregen door materiaal in vormen te gieten. Met het blote oog niet waarneembaar is het naar de top toe steeds dunner worden van de koepel, van 7 meter tot slechts 1 meter dikte, waardoor het totale gewicht gereduceerd wordt. Ook is onzichtbaar dat er steeds lichtere materialen worden gebruikt: beton en travertijn aan de basis, vulkanische tufsteen halverwege en vederlichte puimsteen rond de oculus.

Fontein
De fontein in het midden van het plein voor het Pantheon, het Piazza della Rotonda, kwam er pas in de vijftiende eeuw, toen paus Eugenius XV besloot om er twee kleine bassins versierd met leeuwen te plaatsen. Sindsdien is de fontein verschillende malen af- en weer opgebouwd, totdat paus Clemens XI de fontein in 1711 ervan liet maken wat we nu nog zien. De basis van de fontein kreeg toen aan de ene zijde een trap met vijf treden, en aan de andere twee treden, door het niveauverschil in het plein. Paus Clemens liet ook de obelisk op de fontein plaatsen. Deze was gevonden in de buurt van de kerk Santa Maria Sopra Minerva en had een tijdlang bij de kerk San Macuto gestaan. Nog altijd wordt de meer dan zes meter lange obelisk daarom Il Macuteo genoemd.

 

Leonardo Davinci Experience

Liefhebbers van Leonardo Da Vinci zitten goed in Rome. In de Italiaanse hoofdstad zijn maar liefst drie musea te vinden die volledig gewijd zijn aan de beroemde Italiaanse uitvinder.

Leonardo Da Vinci was één van de grootste genieën uit zijn tijd. Ondanks dat da Vinci vooral bekend is als de kunstenaar van de Mona Lisa, de trekpleister van het Louvre museum in Parijs, was Da Vinci veel meer dan alleen een schilder. Naast schilderen was da Vinci ook een master in civiele techniek en werktuigbouwkunde, scheikunde, wiskunde, natuurkunde, meetkunde, optica, geologie, ydrodynamica en pyrotechniek. Da Vinci heeft in zijn leven honderden schetsen gemaakt van bijzondere middeleeuwse machines welke wonder boven wonder veelal goed bewaard zijn

gebleven waardoor we vandaag de dag nog steeds kunnen genieten van zijn unieke meesterwerken. Enkele van die meesterwerken zijn te bewonderen in  Leonardo da Vinci Experience

 

Als je gek bent van de machines die Leonardo da Vinci heeft bedacht dan

moet je zeker een bezoek brengen aan dit museum

 Leonardo da Vinci was niet alleen kunstschilder, hij was ook wetenschapper, uitvinder, cartograaf, geoloog, pacifist en vegetariër. Deze exclusieve expositie toont zijn genialiteit in al zijn facetten, van zijn vliegmachines tot zijn meest gereproduceerde schilderijen. In dit museum vind je bijna 200 houten machines op schaal en 65 werkende machines die 1 op 1 nagebouwd zijn op basis van de schetsen van Leonardo da Vinci die hij ruim 500 jaar geleden heeft geschetst. De uitvindingen

variëren van vliegmachines tot een mysterieuze spiegelkamer en van een machinegeweer tot een fiets. Ze werken allemaal en als bezoeker mag je sommige machines ook daadwerkelijk bedienen. Naast vele interactieve machines vind je in het museum ook meer dan 20 reproducties van zijn

beroemdste schilderijen waaronder uiteraard de Mona Lisa met haar mysterieuze glimlach. Ook vind je er een spannende spiegelkamer om de gecodeerde berichten van da Vinci te lezen zoals ze in zijn tijd werden ontcijferd.

 

 

De Catacomben

( Omdat je in de catacomben geen foto's mag nemen, komen deze foto's van internet. Met dank aan de makers.)

Geschiedenis catacomben in Rome

Deze ondergrondse begraafplaatsen begonnen ongeveer 1.800 jaar geleden. Eerst werden de catacomben gebruikt om familieleden te begraven, maar later - toen het christendom belangrijker werd - werden de catacomben beschouwd als een speciale plaats voor christenen. Het was een plek waar christenen samenkwamen om te bidden. Aan de binnenkant van de meeste catacomben zijn er mooie schilderingen en teksten die laten zien wat mensen toen geloofden en hoe het leven er vroeger uit zag. In Rome zijn er talloze, zelfs meer dan 40 catacomben. Elke catacombe heeft zijn eigen verhaal en geschiedenis. Sommige catacomben fungeerden oorspronkelijk familiegraven, terwijl anderen later werden gebruikt door christenen als heilige plaatsen.

Dat de vroege christenen het niet makkelijk hadden, laten alle afbeeldingen van gruwelijke martelingen, executies en brandstapels wel zien. In de eerste jaren na Christus' dood werd het christendom gezien als een vreemd en illegaal bijgeloof en de christenhaat culmineerde bij Nero, die in 64 n.Chr. een grootschalige vervolging begon, waarbij bijvoorbeeld de apostel Petrus naast vele anderen het moest ontgelden.

De vele doden werden eerst onder de heidenen begraven of op de 'necropolis', de publieke grafheuvel, maar vanaf de eerste helft van de tweede eeuw gingen ze ondergronds. De christenen noemden deze laatste rustplaats alleen liever een cimitero naar het Griekse woord koimào voor slapen.

Door giften van rijke families en uiteindelijk de kerk werd het gangenstelsel kilometers lang en de graftomben museumwaardig. Nadat Constantijn de Grote in 313 het christendom tot officiële religie had verklaard, bleef het gebruik van de catacomben nog een paar eeuwen nagalmen, maar uiteindelijk werd de drang om meer basilica's en kerken voor de martelaren te bouwen te groot en kwamen de doden weer onder de levenden.

 

Geheimtaal

Omdat het christendom in de eerste eeuwen een clandestiene status had en het openlijk belijden letterlijk een halszaak kon zijn, moesten de eerste christenen toch met iets op de proppen komen om elkaar te blijven sterken in het geloof. Zo ontstond een soort geheimtaal met religieuze symbolen die op attributen, huizen en graftomben kwamen te staan en waarvan elke christen de boodschap begreep.

En de catacomben staan er vol mee: het monogram XP, de grote letters Chi en Ro, waarmee het Griekse woord voor Christus begint, duidt aan dat er daar een christen begraven ligt. Een herder met een lam op zijn schouders stelt Jezus voor met de ziel die hij gered heeft. De Alfa en de Omega, de begin- en eindletter van het alfabet, staan voor Jezus die het begin en het eind van alles is. Een anker symboliseert de Verlossing en een duifje is de ziel die goddelijke vrede bereikt heeft.

 

Onderaards gaan

Hoewel alle menselijke overblijfselen allang weer bovenaards gehaald zijn, is het toch een echte beleving om een ondergrondse wandeling door de catacomben te maken.

Aan de Appia Antica zijn er verschillende die de moeite waard zijn te bezoeken. De catacomben van San Callisto waren de officiële begraafplaats van de kerk en zijn de grootste; ze beslaan een oppervlakte van 90 hectare, zijn meer dan 20 meter diep en in de kilometerslange gangen lagen tientallen christelijke martelaren en wel 16 pauzen (begraven in de ruimte 'Het Kleine Vaticaan').

Vervolgens kom je diverse catacomben en graftombes tegen. Doordat in de Romeinse tijd het verboden was om doden binnen de stadsmuren te begraven, werden er diverse begraafplaatsen langs de uitvalswegen geplaatst. De meest indrukwekkende van deze ondergronde begraafplaatsen (Catacomben van San Callisto) we hebben bezocht met een rondleiding.  Deze catacombe heeft meer dan 170.000 graven en is zeer zeker de moeite waard om te bezoeken.

 

Het Colosseum in Rome

Als je Rome zegt, dan is waarschijnlijk het eertse beeld dat in je op komt het Colosseum. Natuurlijk stond een bezoek aan dit prachtige monument ook op ons listje.

 

Het Colosseum in Rome is het grootste amfitheater van Italie en nog even indrukwekkend als zo'n 2000 jaar geleden. Ooit konden meer dan 50.000 toeschouwers er genieten van gladiatoren.

Het Colosseum is een historische bezienswaardigheid die met niets anders in Rome te vergelijken is. Ooit was de arena het toneel van gladiatorengevechten en ander amusement, vandaag de dag het meest indrukwekkende monument uit de Oudheid.

Bouw Colosseum
Keizer Vespasianus begon rond het jaar 70 met de bouw van het Colosseum. Het was geïnspireerd op het Theater van Marcellus. De locatie werd eerder gebruikt als kunstmatig meer bij Nero’s Domus Aurea (Gouden Huis). De grond van het gebied zorgde voor wat problemen, die werden verholpen door de aanleg van immense funderingen en afwateringskanalen. De kosten van de bouw werden betaald uit oorlogsbuit, in dit geval de overwinning van de Romeinen op de joden in 70 na Christus, wat alleen al uit de tempel van Jeruzalem 50 ton goud en zilver opleverde. Joodse slaven die gevangen waren genomen werden ingezet als arbeidskrachten.

Rond de tijd dat Vespasianus overleed (79 na Christus) was het monument tot aan de derde rij voltooid. De zoon van Vespasianus, Titus, zette de bouw voort en onder zijn leiding werd het Colosseum voltooid. Het resultaat was een wonder: rijen zitplaatsen, 80 uitgangen, een capaciteit van 50.000 tot 73.000 mensen, de mogelijkheid om zeildoek te plaatsen boven de tribunes en een immense arena. Het Colosseum werd in 80 na Christus ingewijd met 100 dagen vol spektakel en festiviteiten. Tijdens die 100 dagen werden maar liefst 5000 dieren geslacht.

Brand
 De stenen die er nu nog staan hebben heel wat meegemaakt. De eerste grote brand was in 217. In de 400 jaar die volgden, werd het bouwwerk door meerdere branden en aardbevingen aangetast. Tegen de 6e eeuw werd de arena gebruikt als werkplaats en begraafplaats. Veel stenen van het gebouw werden geplunderd en gebruikt voor kerken, wegen en paleizen (onder andere voor het Palazzo Venezia). De ontwijding stopte in 1744, toen paus Benedictus XIV de plaats heilig verklaarde ter nagedachtenis van de christenen die hier gemarteld zouden zijn. In tegenstelling tot de populaire mythe zijn echter weinig tot geen christenen in het Colosseum gedood, omdat er voornamelijk gladiatorengevechten en andere spelen gehouden werden.

De toeschouwers werden gescheiden naar status en geslacht en moesten zich speciaal voor de gelegenheid kleden. De keizer en de Vestaalse Maagden zaten tegenover elkaar in speciale loges op de laagste verdiepingen. Op brede platforms naast hen zaten de senatoren, die geacht werden in hun witte toga’s te verschijnen en hun eigen stoelen mee te nemen. Boven hen zaten de ridders en aristocraten, daarna de gewone Romeinse burgers en tenslotte (zo’n 40 meter hoog en 50 meter van het toneel verwijderd) de vrouwen, slaven en armen.
Sommige groepen (zoals soldaten, bodes en schrijvers) hadden aparte plaatsen en andere (grafdelvers, acteurs en gepensioneerde gladiatoren) mochten er helemaal niet komen. Keizers en toeschouwers hadden vaak het lot van een hoofdrolspeler in handen. Een gewonde man kon om genade vragen door een vinger van zijn linkerhand op te steken; het zwaaien met een zakdoek betekende dan gratie, terwijl de naar beneden gestoken duim de dood betekende.
Hoeveel mensen en dieren hier precies de dood hebben gevonden, zullen we waarschijnlijk nooit weten. Het Colosseum zelf lijkt echter onsterfelijk en zal hopelijk nog tot ver in de toekomst het Romeinse straatbeeld bepalen..

 

Zakkenrollers

Na het bezoek aan het Colosseum gingen we terug met de metro. Bij het instappen weren we opgehouden door een dame die in de deuropening haar hoed liet vallen. Direct daarna werd er plotseling enorm geduwd waardoor we ons evenwicht verloren. Veel geschreeuw en getrek aan mensen. Kortom een vreemde situatie. Ik voelde een hand die richting mijn portemonnee ging, maar kon voorkomen dat ze hem te pakken kregen. Maar helaas was dat bij iemand anders bij ons in de groep wel gelukt. Portemonnee, pasjes, alles kwijt.  Zakkenrollers werken daar in groepen en veroorzaken een chaotische situatie waarin ze vliegensvlug hun slag slaan. Vlak voordat de deuren van de metro weer sluiten zijn ze verdwenen en sta jij machteloos met het probleem dat je bestolen bent.

 

Sixtijnse Kapel

Ruim vier jaar werkte Michelangelo aan het plafond van de Sixtijnse Kapel, dat met recht zijn mooiste werk ooit kan worden genoemd. De schitterende schilderingen bezorgen je pijn in je nek - zo lang sta je omhoog te turen om alle details in je op te nemen en Michelangelo’s creaties op je in te laten werken. Een must see tijdens je bezoek aan Rome!

Het plafond van de Sixtijnse Kapel zorgt gegarandeerd voor een stijve nek. Michelangelo schilderde er zoveel verschillende figuren en voorstellingen op dat je uren kunt blijven kijken zonder je te gaan vervelen.

Oorspronkelijk wilde Michelangelo het plafond beschilderen met de twaalf apostelen. Hij was al begonnen toen hij besloot dat dit toch niet het juiste idee was. Michelangelo was geen man van half werk; hij liet dus alles weghalen en begon gewoon opnieuw - dit keer met verhalen uit het Oude Testament.
Waarschijnlijk heeft hij eerst de verst van het altaar verwijderde scène geschilderd, De dronkenschap van Noach. Dit is nog te zien aan de kleine figuren die het fresco bevolken. Toen Michelangelo merkte dat hij zo niet echt opschoot, terwijl de paus hem vaak letterlijk in zijn nek hijgde, besloot hij de figuren dan maar wat groter te gaan schilderen. De grootste figuren hebben wel vier keer de omvang van een volwassen mens!

Adam
In totaal heeft Michelangelo 380 verschillende figuren geschilderd, geen eenvoudige klus voor een beeldhouwer. Het beroemdste tafereel is de scène waarop Adam met uitgestrekte hand naar de vinger van God reikt. De handen die nu te zien zijn, zijn overigens naar alle waarschijnlijkheid niet door Michelangelo zelf geschilderd. Een aantal jaren nadat Michelangelo het plafond had voltooid, viel namelijk een stuk van het pleisterwerk naar beneden - helemaal aan gruzelementen. Het verhaal gaat dat het gevallen gedeelte juist het stuk met de handen van God en Adam was. De handen die nu te bewonderen zijn zouden dan ook het werk zijn van een kunstenaar uit Modena, Domenico Carnevali geheten, die het in 1564, het jaar waarin Michelangelo is gestorven, heeft geschilderd.

Klus
Het plafond van de Sixtijnse Kapel is schitterend, dat kan niemand betwisten, maar de vraag is of Michelangelo er zelf wel van heeft kunnen genieten. Waarschijnlijk was hij alleen maar opgelucht dat het werk af was. Voor hem was het schilderen van het plafond een helse klus. Vanwege de pose die hij moest aannemen - liggend op een steiger van wel twintig meter hoog - had hij voortdurend last van verkrampte ledematen en vreselijke rugpijn. Bovendien droop de verf vaak over zijn armen en op zijn gezicht. Ook zijn ogen hadden het zwaar te verduren. Naar verluidt kon Michelangelo jarenlang alleen lezen door het document boven zijn hoofd te houden. Als je dan bedenkt dat hij ook nog eens vreselijk slecht betaald werd voor deze bijna bovenmenselijke klus, kun je je misschien wel voorstellen hoe teleurgesteld hij was.

Dat neemt niet weg dat je dit beroemdste plafond ter wereld niet mag missen als je in Rome bent. Ga wel vroeg op pad, want de rijen voor de Vaticaanse Musea (waar de Sixtijnse Kapel deel van uitmaakt) kunnen enorm lang zijn, zeker in de zomermaanden.

Tip van ons: bestel op tijd een skip the line ticket waarmee je op eigen gelegenheid lekker rond kunt wandelen in dit gigantisch grote museum. Je moet namelijk door het museum om in die kapel te komen. Wij moesten een rondleiding nemen omdat de andere tickets waren uitverkocht.  Wij zijn na een uurtje afgehaakt omdat we een zeer saaie gids hadden en zijn op eigen gelegenheid door het museum en de Sixtijnse Kapel gelopen.

 

Sint-Pietersbasiliek

Voor het bezoek aan de St. Pieter  hadden we natuurlijk van te voren skip the line tickets besteld. Wij dachten dus lekker te kunnen doorlopen langs de wachtende bezoekers. Maar onze gids zei dat de rij wachtende mensen niet stonden te wachten voor een kaartje, maar dat het voor de security was. Dus hebben we ondanks het duurdere ticket toch gewoon anderhalf uur in de rij moeten staan voordat we naar binnen konden. Maar gelukkig hadden we dit keer wel een vrolijke gids die de tijd kon volpraten.

De Sint-Pieter is een enorme basiliek gebouwd op het graf van Petrus. Al in de tweede eeuw stond er een heiligdom op deze plaats. De eerste grote kerk werd in opdracht van keizer Constantijn gebouwd en rond 349 voltooid. Toen deze in de vijftiende eeuw op instorten stond, legde paus Julius II de eerste steen voor een nieuwe kerk. 
Veel bekende architecten uit die tijd waren bij het ontwerp betrokken, zoals Rafaël, Bramante, Michelangelo en Bernini. In het jaar 1614 werd de gevel voltooid door Carlo Maderno en in 1626 werd de nieuwe basiliek ingewijd.

Basiliek
Bij binnenkomst treffen de gigantische afmetingen van de kerk. Om een idee te geven: de Sint-Pieter is langer dan twee voetbalvelden bij elkaar en het Vrijheidsbeeld van New York past met gemak onder de koepel. In de basiliek zijn maar liefst 11 kapellen en 45 rijk versierde altaren te vinden. Een van de blikvangers is het pauselijk altaar, waar alleen de paus de mis mag opdragen. Het bevindt zich onder het baldakijn van Bernini, een bronzen overkapping gebouwd in opdracht van paus Urbanus VIII. Het baldakijn staat net iets achter de crypte waar Petrus begraven zou zijn en het gerucht gaat dat de paus stukken brons uit het Pantheon liet omsmelten om het te vervaardigen.

Als je de basiliek bezoekt, heb je eigenlijk geen idee hoe groot die is. Dat komt omdat alles in die basiliek heel groot is. Hele grote beelden, schilderingen en enorme pilaren vertekenen het beeld.

Je ziet pas hoe groot die is als je de moeite neemt om een kijkje te nemen op de galerij. Dat kan via de trap, maar ook met een lift. Je kunt zelfs helemaal naar het dak klimmen, maar dat laatste stuk kan alleen via een trap.

Petrus 
De locatie en de naam van de Sint-Pieter zijn niet door het toeval bepaald: de kerk werd gebouwd precies op het graf van Jezus’ eerste apostel Petrus. Dat graf bevindt zich, zo vertelt men, diep in de grond, recht onder het imposante baldakijn van Bernini. Tijdens een rondleiding, te boeken via de website van het Vaticaan, kun je het graf bezoeken. Petrus zou gestorven zijn omstreeks het jaar 67 onder keizer Nero tijdens een van de eerste christenvervolgingen.
Volgens een hardnekkig gerucht zou keizer Nero de christenen als schuldigen hebben aangewezen van een brand die enkele jaren eerder grote delen van Rome had verwoest. Hiertoe werden velen van hen samengebracht in het circus, eigenlijk bestemd voor wagenrennen, dat zich destijds op de Vaticaanse heuvel bevond. In de Jozef-kapel, helemaal links achterin de Sint-Pieter, herdenkt het linker altaar de exacte plek in het circus waar Petrus de dood zou hebben gevonden.

Michelangelo 
Het baldakijn vult de ruimte op tussen de vier machtige pijlers waar de koepel op rust. Deze koepel is een van de staaltjes bouwkunst van Michelangelo, die helaas stierf vóór de voltooiing ervan en hem dus nooit in volle glorie heeft kunnen aanschouwen. Hij nam het project aan toen hij reeds hoogbejaard was en zou er geen geld voor hebben gevraagd. Hierover zou het genie gezegd hebben: “Mijn salaris zal ik in de hemel wel ontvangen,” of woorden van gelijke strekking. 
Voor in de kerk vind je nog een meesterwerk van Michelangelo, de beroemde Pietà. Dit beeld van Maria met haar overleden zoon Jezus in de armen heeft de artiest voltooid toen hij slechts 25 jaar oud was. Ongelooflijk, nietwaar? Dat vond men destijds ook. Om te bewijzen dat Michelangelo daadwerkelijk de schepper van de marmeren beeldengroep was, verstopte hij zich op een nacht in de kerk. Daarna kerfde hij in het Latijn zijn naam op de sjerp van de maagd: MICHELANGELVS BVONAROTVS FLORENT[inus] FACIEBAT ofwel ‘Michelangelo Buonarotti uit Florence maakte dit’. 

 

Wat bevindt zich onder de Sint Pieter?

Iedereen kent de Sint Pieter, minstens van plaatjes. Maar er bevindt zich ook een hele wereld onder de Sint Pieter. En niet één.

Allereerst is er de zogenaamde pausencrypte. Zoals bijna elke oude kerk heeft ook de Sint Pieter een crypte. In deze crypte zijn vele pausen begraven. Maar niet alle pauzen. De Nederlandse paus Adrianus VI was er dus niet welkom; zijn laatste rustplek is in de Santa Maria dell’Anima. In het totaal liggen er in de crypte eenennegentig pausen. Maar ook andere personen zijn er begraven, van wie de twee bekendsten keizer Otto II van het Heilige Roomse Rijk der Duitse natie en de Zweedse koningin Christina I zijn.

Onder de pausencrypte bevindt zich nóg een necropool. Het is een dodenstad die vanaf de Vaticaanse heuvel doorloopt tot aan de Tiber. Het is een wirwar aan graven en grafkamers met familiegraven. Een deel is uitgegraven en toegankelijk. Deze necropool wordt de scavi genoemd.

Ze is Romeins, juist niet typisch christelijk. Maar één graf, gemarkeerd met een oud kapelletje lijkt het graf van Sint Petrus te bevatten. Er is onderzoek naar gedaan en paus Paulus VI maakte onder het Tweede Vaticaans Concilie bekend dat het om het graf van Petrus gaat. Dit graf bevindt zich recht onder de beroemde baldakijn van Gian Lorenzo Bernini.

Het is bekend dat onder keizer Nero in het Circus Vaticanus terechtstellingen hebben plaatsgevonden. Het Circus Vaticanus bevond zich buiten de stadsmuren. Zij die de doodstraf kregen, mochten niet in de stad begraven worden. Zij zullen ter plekke in een anoniem massagraf verdwenen zijn.

 

Trevifontein

Een bezoek aan de Trevifontein is echt een must als je in Rome bent - al is het maar om er een muntje in te gooien zodat je naar de Eeuwige Stad terugkeert. Dat kun je ook zien aan het enorme aantal toeristen die deze fontein bezoekt. En iedereen wil er ook op de foto. We waren zelfs getuige van een huwelijksaanzoek met positieve afloop dat door iedereen met applaus werd beloond. Asterix zou zeggen: “Rare jongens die Romeinen.”

 Maar de fontein is meer dan dat...   Naar de normen van de Eeuwige Stad is de Trevifontein van tamelijk recente datum; de fontein werd namelijk 'pas' gebouwd tussen 1732 en 1751. Een groot deel van het geld dat nodig was voor de bouw van de fontein werd door paus Urbanus VIII verzameld door een extra belasting op wijn te heffen. Dat leidde tot veel protest onder de Romeinen. Pasquino, een van de 'sprekende' beelden in Rome, mopperde 'op last van Urbanus betaalden wij tal van accijnzen op wijn. In ruil hiervoor krijgen zijn burgers nu water uit deze fontein'.

Het ontwerp voor de fontein werd getekend door Bernini, maar het bleef meer dan vijftig jaar lang ongebruikt in het archief liggen. Uiteindelijk was het Nicola Salvi, ontwerper van toneeldecors, die het ontwerp mocht uitvoeren. Bernini was toen al overleden en heeft dit dus nooit meer mee mogen maken. Salvi heeft de fontein wel kunnen voltooien, maar toen Clemens XIII de fontein in 1762 inwijdde was ook hij al overleden.

Waterleiding
Op de plek waar nu de Trevifontein staat, bevond zich eerst een bescheidener fontein, als een soort tussenstop van de Aqua Virgo, een antieke waterleiding die het water vanuit de heuvels naar Rome leidde. Aangezien er drie wegen op het pleintje waar deze fontein zich bevond uitkwamen, werd de nieuwe fontein die hier moest herrijzen al snel aangeduid als Fontana di Trevi, de fontein van de drie wegen. De fontein is overigens niet het eindpunt van de watervoorziening; zo’n vijftig andere fonteinen en fonteintjes in de stad (waaronder de Schildpaddenfontein en de fonteinen op het Piazza Navona) worden door de Trevifontein continu van water voorzien.
Het water van de Trevifontein staat bekend als het beste en het zoetste water van Rome. Het is nu verboden uit de fontein te drinken, maar vroeger dronken geliefden die hun relatie voor altijd wilden laten voortduren een glas water uit de fontein, waarna ze het glas tegen de fontein stuk moesten gooien. Ook Michelangelo was blijkbaar een groot fan van het Treviwater: toen hij stierf, vond men in zijn huis wel vijf vaatjes met water uit de Trevifontein.

Oceanus
Elke dag opnieuw stroomt zo’n tachtig miljoen liter water in het bekken van de fontein van bijna 30 meter hoog en ruim 20 meter breed. Zeker op een stille, winterse dag hoor je het donderende geraas van het neerstortende water al een paar straten verderop. Het lijkt net alsof Oceanus, de zeegod, uit het water oprijst. Hij is 5,8 meter hoog en staat op een reusachtige schelp, die wordt voortgetrokken door twee gevleugelde paarden. Het paard aan de rechterkant is heel rustig, terwijl het paard helemaal links nauwelijks in toom te houden is. Beide paarden staan symbool voor de zee in al haar verschijningen, van heel kalm en sereen tot zeer onstuimig en woest - net als de sfeer bij de fontein.

Een bezoek aan de Trevifontein is het mooist in de vroege ochtend of de late avond, als er geen drommen toeristen muntjes staan te gooien en je de schoonheid van het samenspel tussen marmer en water op je in kunt laten werken. Het gooien van muntjes is overigens een vrij recente traditie. De oudste vermelding van het werpen van een muntje dateert van ongeveer 1870, maar pas in 1954 werd deze gewoonte door de film Three Coins in the Fountain wereldberoemd.

Muntje gooien
Volgens de echte kenners moet je met je rug naar de fontein gaan staan. Je neemt een muntje in je rechterhand en gooit het over je linkerschouder in de fontein, zonder achterom te kijken! Als je linkshandig bent, moet je het officieel overigens andersom doen: dus met je linkerhand een muntje over je rechterschouder gooien. Wil je niet alleen terugkeren naar Rome, maar er ook de liefde van je leven ontmoeten, dan moet je twee muntjes tegelijk in het water gooien. Drie muntjes zou leiden tot een huwelijk met een Romein, dus bedenk voordat je het derde muntje ter hand neemt goed hoe je wil dat je romance na het gooien van de twee muntjes moet aflopen.

Jaarlijks worden er negen- tot tienduizend kilo munten in de Trevifontein gegooid. Vóór de invoering van de euro bestond het totaalbedrag uit ongeveer evenveel lires als vreemde valuta, maar nu bestaat het overgrote deel van het geld uit euromuntjes. Zelf op muntenjacht gaan in de fontein is ten strengste verboden. Het geld wordt regelmatig door de gemeente uit het bassin gehaald, waarna het wordt overgedragen aan de kas van de gemeente Rome. Het geld werd tot een tijd geleden nog aan het Rode Kruis geschonken, maar het sorteren van alle verschillende munten kostte hen zoveel tijd dat ze er geld op toe moesten leggen. Sinds de restauratie van de fontein in de jaren negentig wordt het geld dan ook weer opnieuw aan de gemeente geschonken, die het onder andere gebruikt voor het onderhoud van de fontein.

Engelenburcht

De Engelenburcht is ooit gebouwd als mausoleum voor keizer Hadrianus, maar deed ook dienst als gevangenis en als toevluchtsoord voor de paus in Rome. Spannend!

Vanuit het Vaticaan leidt een geheime corridor naar Castel Sant’Angelo, oftewel de Engelenburcht. De gang is in 1277 gebouwd als ontsnappingsweg. Helaas moet je nu gewoon over straat...

Engel
Het imposante fort is ooit gebouwd als mausoleum voor keizer Hadrianus. Zijn huidige naam ontleent de burcht aan een legende. Paus Gregorius hield op Eerste Kerstdag 590 een plechtige optocht om God te smeken een einde te maken aan de pestepidemie die Rome in zijn greep hield. Toen de stoet langs het mausoleum trok, verscheen de aartsengel Michael. Hij stak zijn zwaard in de schede, hetgeen volgens de diepgelovige inwoners van de stad betekende dat hun smeekbede was verhoord en de stad was bevrijd van de pestepidemie. Als dank werd de burcht niet alleen naar de engel Michael vernoemd, maar kreeg hij ook een ereplaats op het hoogste punt van het fort.


Engelenbrug
Vroeger heette deze brug de Pons Aelius, hetgeen ook een verwijzing is naar keizer Hadrianus. Zijn volledige naam was namelijk Publius Aelius Hadrianus. De Engelenbrug is gelijktijdig met het mausoleum gebouwd, maar de engelen op de brug stonden er toen nog niet. Ze zijn in 1669, bij de restauratie van de brug, toegevoegd. Bernini tekende voor het ontwerp van de engelen, stuk voor stuk meesterwerkjes die bijna de aandacht van de Engelenburcht afleiden...

 

Sint Pietersplein

Het Sint-Pietersplein in Rome is ongetwijfeld een van de indrukwekkendste pleinen ter wereld. Het werd in opdracht van paus Alexander VII tussen 1656 en 1667 aangelegd door Gian Lorenzo Bernini. Deze moest het plein zó vormgeven dat het meer dan genoeg ruimte zou bieden aan alle pelgrims die naar Rome kwamen om de paus te zien. Bovendien moest de voorgevel van de Sint-Pieter goed zichtbaar kunnen zijn vanaf het plein. Bernini voldeed ruimschoots aan deze voorwaarden: het plein werd een bouwkundig meesterwerk.


Zuilengang van Bernini
Bernini koos voor een ellipsvormig plein met een zuilengalerij die het plein als het ware omarmt: je zou kunnen zeggen dat het de armen van God zijn die iedere bezoeker verwelkomen. Het 240 meter brede en 196 meter lange plein biedt plaats aan wel 400.000 mensen. De 284 dikke zuilen van 1,5 meter doorsnede, staan in vier rijen om het Sint-Pietersplein. Bernini heeft met opzet enkele optische trucs in zijn plein verwerkt.
Wil je ervaren wat hiermee wordt bedoeld? Zoek dan op het plaveisel van het plein bijvoorbeeld naar de twee brandpunten, gelegen tussen de obelisk en de fonteinen. In een marmeren cirkel vind je de woorden centro del colonnato, midden van de zuilenrij. Ga precies op de cirkel staan en kijk naar de rij zuilen waar je op dat moment het dichtst bij staat. Zie je dat je ogen worden bedrogen (trompe-l’oeil)? Er is vanaf dit punt slechts één enkele rij zuilen zichtbaar in plaats van vier. Een prachtig kunstje van Bernini!

En dat is niet het enige: de plein heeft een heel bijzondere vorm. Van boven gezien ziet het Sint-Pietersplein er namelijk uit als...een sleutelgat! Jawel, de ellips symboliseert, samen met het trapezium tegen de voorgevel aan, de toegang tot het hemelrijk. Het verhaal wil dat Jezus Petrus de sleutels tot het paradijs overhandigde, opdat deze zijn taak als verspreider van het Woord Gods zou overnemen.


Obelisk
De obelisk die midden op het Sint-Pietersplein staat, heeft misschien wel de meest bewogen geschiedenis van alle Egyptische obelisken die vandaag de dag nog in Rome te zien zijn. Het is ook de enige obelisk die al die tijd overeind is blijven staan.
De obelisk stond oorspronkelijk in Heliopolis in Egypte, waar hij was gebouwd als eerbetoon aan de zon. In 37 na Christus liet keizer Caligula de obelisk naar Rome halen. Hij liet daartoe een speciaal schip bouwen, zodat de obelisk in zijn geheel kon worden vervoerd. Het schijnt dat deze obelisk de enige is die in zijn geheel van Egypte naar Rome is getransporteerd.
De maar liefst 372 ton zware obelisk kreeg een plaatsje in het Circus van Caligula, het latere Circus van Nero, waar Caligula hem opdroeg aan zijn voorgangers Augustus en Tiberius. Paus Sixtus V wilde de obelisk echter in het midden van het Sint-Pietersplein hebben staan – waar toen overigens nog niets te zien was van Bernini’s zuilengalerij. Daarvoor moest de obelisk ruim 300 meter worden opgeschoven. Michelangelo zag het niet zitten, maar Domenico Fontana durfde het wel aan de obelisk een ‘stukje’ op te schuiven.

Eerst liet Fontana een stevige fundering aanleggen in het midden van het plein, zodat de obelisk eeuwenlang op zijn nieuwe plek zou kunnen blijven staan. Daarna, op 30 april 1586, kon het echte werk beginnen. De operatie werd uitgevoerd door 900 man, 75 paarden en 40 lieren. Precies vijf maanden na de start, in september 1586, was het werk geklaard en stond de obelisk fier op zijn nieuwe plek, het Sint-Pietersplein.

Patroonheiligen van Rome
Lest best zie je op het Sint-Pietersplein standbeelden van de twee patroonheiligen van de stad Rome. Kijk je naar de voorgevel van de basiliek dan zie je aan je linkerhand niemand minder dan Petrus. Zoals de legende wil, waren hem de sleutels tot het rijk der hemelen gegeven door Jezus en hij is op de meeste afbeeldingen dan ook te herkennen aan de sleutelbos in zijn hand. Rechts zie je een man met een zwaard: dit is Paulus, die ooit als Romeinse soldaat christenen vervolgde, maar na zijn bekering tot het christendom de dood met het zwaard moest bekopen. Het feest van Petrus en Paulus, de patroonheiligen van de stad, wordt ieder jaar op 29 juni in Rome gevierd.

 

Friezenkerk

 Slechts weinigen zullen het weten, maar in Vaticaanstad ligt een echte Nederlandse kerk, de Friezenkerk. Deze kerk werd in 1141 gebouwd tegen de Romeinse heuvel Janiculus bij het Sint-Pietersplein. Sinds 1990 staat de kerk op de Werelderfgoedlijst van de Unesco. Op de locatie van de huidige kerk woonde 1200 jaar geleden een Friese kolonie. Veel volkeren die naar Rome kwamen hadden er een eigen wijk. Van de oorspronkelijke kerk werd niets meer teruggevonden. De Friezenkerk uit 1141 was opgetrokken in romaanse stijl, maar ook daar staat enkel nog de toren van overeind. Aan het oude altaar van de kerk kun je een 16de-eeuws schilderij bewonderen van de Italiaan Ricciolini. Het stelt de aartsengel Michaël voor die zijn zwaard terug in zijn schede steekt nadat hij net een einde gemaakt had aan de pestepidemie in Rome. De kerk is elke woensdag te bezichtigen van 10 tot 13 uur en op zondag om 10 uur. Om 10.30 uur is er op zondag een misdienst in het Nederlands.

 

Spaanse Trappen in Rome

De Spaanse Trappen, de beroemdste trappen ter wereld, worden in het voorjaar bedolven onder de paarse azalea's. De ideale plek om even te genieten van 'la dolce vita' in Rome!

De eigenlijke naam van de Spaanse Trappen is de Scalinata della Trinita dei Monti, zo genoemd naar de witte kerk die boven aan de trappen over Rome uitkijkt. Maar niemand die de trappen onder deze naam kent; zowel door Romeinen als door toeristen worden ze de Spaanse Trappen genoemd. Het plein en de trappen hebben hun naam te danken aan het Palazzo di Spagna, in de 17e eeuw gebouwd als Spaanse ambassade van de Heilige Stoel. Eerder stond een deel van het plein bekend als de Platea Trinitatis, hetgeen eveneens naar de kerk aan de top van de trappen verwijst. De Spaanse Trappen tellen 135 treden.
In de hoogtijdagen van de Grand Tour in de 18e eeuw maakten vele bezoekers dit gebied tot hun thuis. Met name de Engelsen waren gepassioneerde bewonderaars, zozeer dat de wijk zelfs bekend kwam te staan als het Engelse getto. Nog steeds vind je er een duidelijke erfenis van de Britse cultuur, in bijvoorbeeld het Keats-Shelley Memorial House of de Babington's Tea Room. De Spaanse Trappen zijn ook geregeld blikvanger in films. De bekendste is Roman Holiday met Audrey Hepburn en Gregory Peck, maar bijvoorbeeld ook in de films The Talented Mr. Ripley, When in Rome en To Rome with Love en in een aflevering van de serie Everybody Loves Raymond komen de Trappen voor.


Fontein

Aan de voet van de Spaanse Trappen staat de kleine Fontana della Barcaccia, oftewel de fontein van de verrotte (of waardeloze) boot. Waarom hij zo heet, zie je direct: het is een halfgezonken boot met traag stromend water over de flanken. De geringe waterstraal en niet zo spectaculaire aanblik is het gevolg van de lage waterdruk van het Aqua Vergine-aquaduct waar het water uit afkomstig is.
Het barokke ontwerp was waarschijnlijk een gezamenlijk ontwerp van Pietro Bernini en zijn beroemdere zoon Gian Lorenzo Bernini. De opdracht voor de fontein werd in 1629 gegeven door paus Urbanus VIII, telg uit de Barberini-familie. De zon en de bij, symbolen van de familie, zijn dan ook duidelijk te zien. In 2015 brachtten Feyenoord-fans flinke schade toe aan de fontein, tot grote verontwaardiging van de Romeinen.
Het Piazza di Spagna staat bekend als een van Romes meest fantastische openluchtsalons. Het is een zeer levendig plein, dat op elk uur van de dag en de nacht als een magneet op zowel Romeinen als toeristen werkt. Hier valt altijd wel iets te beleven!

Obelisk
Als je de Spaanse Trappen beklimt, kom je uit op Piazza Trinità dei Monti, een pleintje dat vernoemd is naar de kerk die eraan ligt. Hier staat ook een obelisk vol Egyptische hiërogliefen. Je kijkt naar de obelisco sallustiano, de ‘Sallustiaanse obelisk’ die sinds 1789 boven de Spaanse Trappen uit torent. Anders dan sommige andere, met hiërogliefen bedekte obelisken in Rome, is dit geen millennia oud monument uit Egypte. Het is een exacte kopie van een Egyptische obelisk, die al in de Romeinse tijd werd gemaakt. De tekst werd letterlijk overgenomen van de obelisk die je tegenwoordig op Piazza del Popolo kunt vinden.

 

Conclusie en aanbevelingen:

  • Rome is een prachtige stad waar heel is te zien.
  • In Rome staan enorm veel toeristen te wachten in rijen.
  • Je moet met je programma rekening houden met enorme wachttijden, behalve als je kaartjes hebt gereserveerd. Maar ook dan kom je nog vaak in de rij te staan.
  • Rondleidingen kunnen soms heel langdradig zijn. Vooral bij het bezoeken van de sixtijnse kapel moet je rekenen op een rondleiding van ongeveer twee en een half uur waarbij je heel veel geluk moet hebben wie jouw gids is.
  • De bezienswaardigheden in Rome zijn goed te voet te bezichtigen als je een goede conditie hebt.
  • Voor de metro en bus kun je het best ter plaatse een 24, 48 of 72 uur kaart nemen. Dat is goedkoper dan de aangeboden tickets op internet.
  • Pas op in de metro voor zakkenrollers. Die zijn daar zeer actief en werken in groepen. Dit weten wij uit eigen ervaring.